Interview Black Box Revelation

Artiest: Black Box Revelation

Geïnterviewden: Jan Paternoster & Dries Van Dyck

Interview afgenomen in: Huis 23 - AB Brussel

Label: Caroline

“Doe maar gewoon lingerie.” Aan het woord Jan Paternoster, zanger/gitarist van Black Box Revelation, gevraagd naar het cadeau dat ze het liefst op het podium gegooid krijgen. Klinkt logisch, want ondanks hun tienjarig bestaan zijn Jan en Dries (drum) nog steeds jonkies middenin tram twee, en toch waart er een oude ziel in hun jeugdig lijf. Ze zijn klaar om hun vierde album, ‘Highway Cruiser’ op de wereld los te laten, een plaat die ontstaan is door de vaste grond onder hen om te ploegen en tijd te geven om nieuwe zuurstof en bodemverrijkers hun werk te laten doen. In combinatie me de back-to-basics aanpak van producer Thomas Brenneck (Sharon Jones & The Dap-Kings, D’Angelo, Charles Bradley) levert dit de meest eerlijke en sobere Black Box Revelation plaat op, die desalniettemin geen stijlbreuk met zich meebrengt. 

We treffen beide heren in de huiskamer van de AB in Brussel, Huis 23. Volkomen relax neergeploft in de zetels leiden de kleine voorbereidingen van het interview ons naar de kwaliteit van spraakopnames via smartphone. Jan: “Ik pak daar megaveel mee op. Gisteren nog Nederlandstalige hiphop met een paar vrienden van Stikstof. De plaat mag dan wel oldskool zijn opgenomen, ik vind het wel een zeer goede tool om ideeën op te slaan.” Waarna het gesprek over nieuwe technologie Jan extra triggert om een Playstation 4 aan te kopen, vanuit een blijvende rebellie omdat hij van thuis uit nooit een spelconsole kreeg. Het is duidelijk dat volwassenheid de aard van het beestje niet verandert. Verder leren enkele Black Box-vragen ons dat Jan in 2012 een weinig succesvolle lift-trip naar Italïe gemaakt heeft waarbij zijn ongeschoren façade wellicht geen pluspunt vormde en Dries naar alle waarschijnlijkheid minder ervaring heeft met vrouwen op de achterbank/in de koffer. Dit alles enkel en alleen als amuse-gueule voor het serieuzere werk.

Was het een bewuste keuze om vrij oldskool te gaan opnemen en bijgevolg bij Thomas Brenneck aan te kloppen?

Jan: We hebben bewust gekozen voor hem, met het vertrouwen dat hij om een bepaalde reden ook op die manier werkt. We wouden met hem werken om te kunnen experimenteren met een achtergrondstem en zijn oldskool manier van opnemen was daarbij mooi meegenomen. Vooral omdat het volledig aanleunt bij onze mindset van waaruit we muziek willen maken. Daardoor is het ook de beste manier van opnemen geweest voor ons. Het resultaat heeft nog nooit zo realistisch geklonken, alsof je er zelf, als luisteraar, bij staat. En dat is wel tof aan een plaat, dat als je ze opzet, je precies zelf mee in de studio staat.

Waren jullie verrast door zijn aanpak?

Dries: In het begin wel ja. Je zet bijvoorbeeld je drum op en normaal beginnen ze daarna micro’s op te stellen, meestal een stuk of twintig. Bij hem was het gewoon één micro; voila, het staat goed. Terwijl ik nog aan het wachten was tot er meer bijkwamen, zei hij dat we konden starten. Toen dacht ik wel: “Shit wat gaat dit geven?” Maar na het spelen ga je met hem luisteren achter de mengtafel en dan besef je wel dat die opnames echt zeer goed klinken. Dus ik was zeer aangenaam verrast eigenlijk.

Jan: Vandaar dat het in het begin zo beangstigend was, want met zo weinig middelen, zo een sound proberen neerzetten? We wisten echt niet dat het kon. Het was voor ons dan ook echt wel een openbaring. Daarvoor dachten we dat we het al puur en simpel aan het doen waren, maar je kan nog zoveel verder gaan zonder in te boeten op wat je wil bereiken? Bovendien klinkt het resultaat nog veel beter daardoor. Top

Pounding Heart is daar wellicht de mooiste illustratie van, een nummer zonder solo’s, zonder effecten, zeer  fundamenteel drum- en gitaarwerk en toch is het een typisch Black Box Revelation nummer en geen flauw afkooksel ervan. Hadden jullie van bij het begin het idee opgevat dat dit een zeer puur en naakt nummer moest worden, of heeft het resultaat jullie ook verrast?

Dries: Het is trouwens het enige nummer waarbij alles live is opgenomen. Zang, gitaar, drum tegelijk in dezelfde ruimte. Maar eigenlijk had Jan eerst een akoestische versie zoals ze nu is. Daarna hebben we dan een elektrische versie gemaakt, drum aan toegevoegd en hebben we beiden opgenomen. Achteraf bleek de akoestische versie gewoon beter te zijn. Alles kwam veel beter tot zijn recht en het resultaat was puurder, al is de elektrische versie ook wel goed.

Jan: De oorsprong ligt eigenlijk zeer dicht bij de versie die het nu geworden is. In feite starten veel nummers op die manier en evolueren ze daarna naar een volledig nummer. Dat dan meestal in een elektrische setting is, die we het beste vinden werken. Maar misschien ook daardoor dat het dat echte Black Box gevoel heeft, ondanks het zo kaal en puur is. Net omdat het wel van dezelfde bouwstenen voortkomt. Bij het één stoppen we gewoon bij het elektrische en bij dit zijn we gewoon verder gegaan, terug naar het oorspronkelijke.

Heb je dat proces van op- en afbouwen ook nodig? Of zou je vanaf nu kunnen starten met de akoestische versie en het daarbij houden?

Jan: Het nummer had wellicht toch anders geklonken zonder dat proces. Qua structuur zou het hetzelfde gebleven zijn, maar qua attitude niet denk ik. Dat is natuurlijk mega ontastbaar, maar maakt wel een wezenlijk verschil. De elektrische versie hebben we ook wel opgenomen, dus die zal wellicht via Itunes of Spotify te horen zijn. Het kan als luisteraar wel interessant zijn om beide versies eens grondig naast elkaar te leggen.

De plaat klinkt zowel volwassen, qua sound, als frivool en kinderlijk naïef, qua thematiek. Hoe ervaren jullie het geheel?

Jan: Ik denk dat de oorzaak enerzijds ligt in het feit dat we sowieso meer ervaring hebben met het spelen en met het hele opnameproces. Anderzijds hebben we er vier jaar over gedaan om deze plaat te maken, waardoor er ook tijd was voor andere dingen. Met als gevolg dat alle nummers ook specifiek een persoonlijke ervaring in zich mee dragen, nog meer dan op de vorige platen. Dat is ook meer tot uiting kunnen komen bij het schrijven van de teksten. Elk nummer gaat over iets dat gebeurd is of over iemand specifiek. Als je daarin eerlijk kunt zijn komt het kinderlijk naïeve en het kind dat altijd de waarheid spreekt sowieso naar boven denk ik.

Highway Cruiser is een zeer persoonlijke plaat geworden. Terwijl de eerste platen veel vrijblijvender waren qua inhoud. In hoeverre ben je als tekstschrijver afhankelijk geworden van eigen ervaringen?

Jan: Volledig. Omdat we meer tijd hebben gehad om dingen mee te maken, kunnen we die ervaring gebruiken om nummers te schrijven. Deze tien nummers zijn ook maar de helft van wat we geschreven hebben doorheen dat proces. Er zijn er een paar verdwenen omdat die net niet persoonlijk genoeg aanvoelden. We hebben echt stilgestaan bij waar we eigenlijk mee bezig zijn en die eerlijkheid naar jezelf toe vertaalt zich ook in het schrijven. We hebben heel bewust het vele touren en het thuis zijn meegemaakt, wat vrienden en de band op zich voor ons betekent… We hebben de tijd kunnen nemen om gewoon op een stoel te zitten en te denken over wat al die zaken voor ons betekenen, en dat dan met een pen te proberen neerschrijven.

Ook de drum en de gitaren klinken op deze plaat oprechter, met minder show en extraatjes. Is dit ook een gevolg van dit proces of was het gewoon een rationele keuze?

Jan: Sowieso was het een bewuste keuze om te zoeken naar hoe ruig je kan gaan in simpliciteit. Als je kijkt naar oude blues platen krijg je ook gewoon een slechte akoestische gitaar met een overstuurde opname. Voor mij klinkt dat ook veel ruiger dan alle metal die ooit gemaakt is, en eerlijker. In elk nummer dat we nu gemaakt hebben heeft dit ook meegespeeld.

Met jullie nieuwe inzichten en de vernieuwde manier om met nummers om te gaan, mogen we live dan ook iets anders verwachten?

Dries: Er zal wel iets veranderen. Voor de grote shows zullen we alleszins zangeressen voorzien, die we onder andere bij Gloria zullen inzetten, om bepaalde nummers toch wat extra te kunnen geven. We gaan zeker ook niet uitsluiten dat we nog aan het experimenteren slaan met ons oud materiaal.

Jan: Maar zelfs al spelen we die nummers hetzelfde, we staan nu totaal anders in het leven en op een podium dan een paar jaar geleden, waardoor je automatisch met een andere attitude speelt. Je speelt sowieso verschillend na een paar jaar, al is het gewoon al qua set. Die bepaalde nieuwe nummers, tussen die bepaalde oude kunnen al veel veranderen. Het is ook met een reden dat een plaat ook net die volgorde heeft. Bij dat ene nummer moet je in die sfeer zitten, maar je  kan niet in die sfeer belanden als het niet voorafgegaan is door die specifieke andere nummers. Het is een soort aanzet of omarming. Als je dan nieuw materiaal tussen oud speelt, krijgen die oude nummers sowieso een nieuw elan, omdat ze in een nieuwe omgeving opnieuw tot leven komen.

Jullie hebben net getourd met Seasick Steve, iemand die steeds kwaliteit levert zonder zichzelf echt heruit te vinden. Hoe moeilijk is om met maar twee bandleden steeds opnieuw een andere invalshoek te vinden?

Dries: Goh, is dat moeilijk? We hebben gewoon na al dat touren een kleine pauze genomen, om daarna opnieuw te beginnen jammen met frisse oren. Maar veel hangt ook af met wie je gaat samenwerken en waar je gaat opnemen, zoals nu met Thomas Brenneck.  We hadden allicht niet met iemand anders op een verschillende locatie een plaat kunnen maken die hetzelfde zou geklonken hebben. Het is wel interessant om te zien dat waar je ook gaat en op welk materiaal je speelt, het altijd als ‘ons’ gaat klinken. Waardoor ik mijzelf eigenlijk een beetje tegenspreek

Jan: Het heruitvinden wijst zichzelf eigenlijk wel uit. Je kan die vraag ook los van muziek stellen, binnen vijf jaar ga je ook gewoon een andere mens zijn. Het is door de mensen die je tegenkomt, door de dingen die je meemaakt, de muzikanten en producers waarmee je samenwerkt, waardoor die heruitvinding zichzelf eigenlijk vormt zonder dat je het door hebt. Belangrijk is dat je daarin vooral de juiste keuzes maakt.

Maar dit gaat fundamenteel toch ook gepaard met het je willen openzetten voor andere mensen en situaties?

Jan: Ja, daarenboven moet je ook openstaan voor het experiment en daarna durven stilstaan  bij de vraag of dit inderdaad de richting is waarin je wil verdergaan. Zijn we ons hier wel aan het heruitvinden op een manier die we zelf willen?

Zijn er bepaalde platen of bands die jullie meer dan anders beïnvloed hebben tijdens het maken van Highway Cruiser?

Dries: Voor mij zijn dat meer soul en blues platen, zoals Jan al zei, bijvoorbeeld Lee Fields en Charles Bradley. Vooral dan het minimalistische drumwerk, niet teveel willen in het rond spelen. Maar in de eerste plaats een goeie beat spelen die goed grooved. Wat veel moeilijker is als zomaar eender wat spelen.

Jan: Voor mij Lightning Hopkins en Mississippi John Hurt en een jamplaat van The Rolling Stones, ‘Jamming With Edward’. Uit hun goeie periode, opgenomen in 1969 en uitgebracht begin jaren ’70. Een plaat waar ze jammen in de studio en waarbij je hoort dat ze gewoon echt goed kunnen spelen, en dat is nu eenmaal waar het om draait. De tape rolt op het moment dat hij moet rollen; wanneer je op de juiste moment, op de juiste plek de sfeer creëert. Maar dan moet het wel goed gespeeld zijn natuurlijk. Dat is voor mij het inspirerende aan muziek.

In hoeverre staan jullie open om zelf te jammen voor een publiek. Geen optreden, maar echt gewoon voorbereidingsloos het beste van jezelf geven?

Dries: We staan daar zeker voor open.

Jan: We hebben dat ooit al eens gedaan toen we een week productie hadden in de 4AD in Diksmuide, waar we dan ook ’s nachts verbleven. Overdag repeteerden we dan met de geluidsman, om ’s avonds zelf het geluid te bedienen, waarna we aan een trip-doom-elektro-loop-achtige stoner rock jamsessie begonnen. Toen hebben we ook in het café een tiental man gaan halen om te komen luisteren.

Hoe zit het met jullie internationale ambities?

Jan: We beginnen nu met enkele losse concerten in Luxemburg, Bilbao, Amsterdam, Parijs, Berlijn, Hamburg.

Dries: De ambitie ligt nog hoog!

Jan: Dit is nog maar het begin van de campagne. Voor de tour met Seasick Steve hadden we nog maar een keer in Denemarken gespeeld, in het voorprogramma van The Eagles of Death Metal, en nu hebben we daar wat andere steden gedaan, wat serieus is meegevallen. Dus Scandinavië, daar willen we zeker nog naartoe. Gewoon terug volop Europa rond touren, daar kijken we wel naar uit.

Welke two-piece band maakt in jullie ogen de meest interessante albums?

Jan: The Kills (Dries stemt in), alleen jammer dat ze al lang niets meer gemaakt hebben.

Is er een vraag waar jullie al altijd op hebben willen antwoorden, maar nog nooit hebt gekregen?

Dries: (Lacht) Nog nooit bij stilgestaan.

Jan: Het doet mij denken aan wat je voor Kerstmis wilt. Dan besef je plots dat je alles al hebt eigenlijk. Maar vrouwen mogen altijd blijven hun lingerie naar het podium gooien.

Categorie: