Review Hell's Balls Belgium @ Kortrijk Xpo - Metalen geweld op Wapenstilstand
11 November is traditioneel de dag die we gedenken als de dag dat de wapens zwegen. In Kortrijk weerklonk er vandaag toch enorm veel metalen geweld. Gelukkig werden we niet bestookt door bommen en granaten maar wel door stevige gitaren en harde drumklanken. Het was de eerste editie van Hell's Balls, een nieuw indoor festival dat we, omwille van de organisatie die erachter zit, ook wel een beetje Alcatraz indoors kunnen noemen. Plaats van gebeuren was de Kortrijk XPO, een locatie waar meerdere events tegelijkertijd kunnen gehouden worden. Het was dan ook wel een grappig gezicht op de parking waar we metalheads en opgedirkte dames op leeftijd geladen met wol en textiel door elkaar zagen lopen. Dat kaf werd gelukkig op tijd van het koren gescheiden en de liefhebbers van het betere genre verzamelden in de Zuidhal.
De eerste (maar hopelijk niet laatste) editie van Hell's Balls was er in elk geval al één om van te smullen!
Onze chief editor Tim maakte ook een mooi en volledig photoreport. Dat vindt u hier.
Stipt op de noen (dat is West-Vlaams voor middag) werd de boel op gang getrokken door het Antwerpse Tempations for the Weak. De boomlange Jadran Beauprez en zijn kompanen vlogen er meteen stevig in met hun melodic metalcore. Hun jongste worp, het album Fallen From The Stars, is nu ongeveer een jaar oud en de songs daaruit werden gespeeld als een goed geöliede machine. Ze konden ook al op heel wat belangstelling rekenen, het plein tussen podium en tribunen stond toch aardig vol maar ook nog niet opeengepakt. Wanneer Jardan tijdens In-Between vraagt om een circlepit lijkt dat echter toch nog iets te vroeg op de dag voor de aanwezigen. Gitarist/zanger Djonl liet ook al meteen een ultieme quote op ons los: "Headbangen, dat is gewoon ja knikken hé mensen." Dat hadden wij zelf niet beter kunnen zeggen.
We mogen daar eerlijk in zijn, het Antwerpse BARK is een band met wereldklasse. Punt. Elke muzikant binnen die band is gewoon top op zijn instrument en Ron is een frontman waar er nog velen een puntje aan kunnen komen zuigen. Om maar te zeggen, met hun set legde de band de lat al zeer vroeg zeer hoog. En Bark is duidelijk ook en publiekslieveling, de eerste rijen stonden vol springende fans en er werd volop meegebruld. "Let me take you to the underworld." nodigde Ron de fans uit, gevolgd door een doodsrochel om U tegen te zeggen. Het hele podium was zijn speeltuin en dat er geen tanden gesneuveld zijn door het rondzwaaiende microfoonstatief mag een half mirakel genoemd worden. Veertig minuten en negen nummers zijn eigenlijk te weinig voor zo'n band die toch al een aardige discografie bijeen geschreven heeft. Hun set was dus een best aardige mix van nieuwe en oude(re) nummers. Afsluiten deden ze met het nu al klassieke I Remain Untamed. Amen.
Alle goede dingen bestaan in drie, dus mocht Carnation als derde Belgische band het podium betreden. Maar Carnation is eigenlijk ook een band met wereldklasse. Wat die gasten brengen is steevast TOPmuziek. Ze kwamen naar Kortrijk met hun kersverse album, Cursed Mortality, nog warm onder de arm. Op die nieuwe songs had ik mijzelf al voorbereid, aan de nieuwe make-up van zanger Simon is het echter nog een beetje wennen. Nieuwe ontdekking voor mijzelf is dat het niet zijn autosleutel is dat Simon aan de mouw van zijn leren vest heeft bungelen maar dat hij met dat apparaatje zelf de stoomspuiters (of hoe noem je die dingen) kan bedienen. Maar goed, dat nieuwe album dus. Het was niet te verwonderen dat ze zoveel mogelijk songs daaruit wilden spelen. Want "Carnation has returned!" zoals Simon zelf grolde na de opener Herald of Demise. Waarna er toch ruimte was voor twee oudere nummers, Iron Discipline en het nog steeds sublieme Sepulcher of Alteration. Daarna was het tijd voor een hele lading nieuwe songs. Eerst Maruta en Cycle of Suffering, gevolgd door een epische vertolking van de titeltrack (waarover Simon zei "this is a very special song for us") en ook nog Metropolis en Replicant. Afsluiten deden ze met het zoals steeds wondermooie In Schasms Abysmal.
De eerste buitenlandse gasten kwamen uit Griekenland maar waren toch een pakje straffer dan de gemiddelde feta. Ik leerde vandaag trouwens ook dat Suicidal Angels blijkbaar helemaal niet vaak in Frankrijk optreedt want een hele lading Fransozen had een tripje van 5 uur in de wagen gedaan speciaal om hun favoriete band aan het werk te kunnen zien. En ik moet zeggen, hun enthousiasme werkte aanstekelijk. Al vanaf de eerste riff van Endless War gingen ze volledig uit hun dak en brulden ze mee van "I stand or fall, I fight, I choose an endless war". Tijdens Bloodbath ontstond dan eindelijk toch de eerste circlepit van de dag. Voor ze halfweg D.I.V.A. inzetten vroeg frontman Nick Melissourgos "Shall we go faster or shall we go home?" Naar het antwoord hoeft u natuurlijk niet te raden. En jawel hoor, ze slaagden er in om nòg sneller te gaan spelen met Front Gate, Years of Aggression, Born of Hate en uiteindelijk de knaller Capital of War (om ter hardst "Fire!" brullen, hoe plezant was dat). Ik kende te weinig van deze band maar door hun steengoede set en het Franse enthousiasme heb ik ondertussen mijn schade toch ingehaald.
De organisatie had ook enkele uitnodigingen naar onze Noorderburen gestuurd en de eerste Nederlandse delegatie die het podium onveilig kwamen maken waren de veteranen van Asphyx. Martin Van Drunen en zijn kornuiten zijn nu toch al een tijdje aan het touren met hun retrospectieve '35 Years of Death and Doom' set. Ze kwamen zelf hun materiaal mee in elkaar knutselen en soundchecken en zelfs daarbij entertainde Martin ons al met zijn gortdroge humor. Die soundcheck had toch wat beter gekund want de hele set lang stond de bas veel te luid en kon ik amper de gitaar horen. Beginnen deden ze met enkele 'recentere' nummers, Botox Implosion en Molten Black Earth. Martin deed ons ook een luid applaus geven voor de Asphyx crew. Wat later riep hij ons op om de mensen die hun merch stand bemanden dronken te voeren door hen op lekker Belgisch bier te trakteren. Tussen Asphyx (Forgotten War) en Deathhammer moest hij toch een puntje van kritiek aan Belgische concertorganisaties kwijt. "Er is zoveel lekker bier in België, waarom krijgen wij dan altijd Jupiler of Maes voorgeschoteld?". Ik vind dat hij daar toch een groot punt heeft. Met Wasteland of Terror werd er zelfs naar de alleerste Asphyx plaat (uit 1991) gegaan. Waarna ze door hadden dat al dat gel*l tussen de nummers hun tijd toch wat begon te beperken ("We hebben nog maar 15 minuten") Misschien dat hun leeftijd al wat begint te spelen want het was pas na Forerunners of the Apocalypse dat er nog maar 15 minuten over waren, zo bleek. Die werden gevuld met de lange nummers The Rack ("deze kennen jullie wel") en Last One on Earth. De heren weten toch telkens zonder schijnbaar veel moeite steeds een top set neer te zetten. Klasse!
Het contrast met Asphyx kon niet groter. Sonata Arctica uit het koude Finland kwam hun symfonische power metal brengen. Hoewel, power, de laatste worpen van deze band die toch al sinds 1996 bestaat, vallen niet echt meer daaronder te categoriseren, hun laatste twee akoestische avonturen zelfs niet meegerekend. Maar desondanks startte de band onder leiding van frontman Tony Kakko (die wel erg grijs geworden is!) krachtig met het snedige Black Sheep. Daaropvolgend kwam hun nieuwste single First In Line die ook de power metal terug lijkt te brengen. Tony lijkt de hoge noten wel professioneel te ontwijken na al die jaren. Het volgende album dat in de maak is, zal de power metal terugbrengen, aldus de zanger. Er werd een tandje teruggeschroefd met het intieme I Have A Right en Replica, dat heel sober gebracht werd al zittend. Iets voor de bakvisjes dus die op de eerste rij waren verzameld. Een tempowisseling met 8th Commandment om dan opnieuw zeemzoet mee te zingen op Tallulah,waar Tony een gekke monoloog voer, pratend over seks van je ouders, dat wanneer je in 2000-2001 verwekt bent, dit mogelijks op dit nummer was. Kleine mindfuck. Gelukkig hierna nog twee meezingers van kaliber met Fullmoon en Don't Say A Word. Het publiek kent z'n hits nog! Met nog een pleidooi voor live muziek en tickets daarvoor kopen, en dat door te geven aan de volgende generatie zat dit welgekomen afwisselend optreden er op met de Vodka medley.
De volgende bende 'Ollanders' waren het zooitje ongeregeld van Peter Pan Speedrock. Waar die van Suicidal Angels eerder al de snelste band van de dag claimden te zijn, gingen deze gasten daar los en vlotjes over. Ik ben zelfs de tel kwijt geraakt van het aantal songs dat ze in die 55 minuten gepropt kregen. Beuken, rammen en rammelen. Geen gezever, gewoon spelen. De band liet zichzelf aankondigen door de befaamde verschijning Dikke Dennis, die daarna in de coulissen verdween om er enkel nog even uit te komen voor de covers R.A.M.O.N.E.S. en Schoppen Aas. Waar Van Drunen eerder nog zijn beklag deed over het bieraanbod leek Dikke Dennis daar helemaal geen probleem mee te hebben, integendeel, de man nam op het podium een heuse Jupiler douche. Het hele oeuvre van PPS kennen is een bijna onmogelijke opdracht. Toch herkende ik klassiekers als Go Satan Go, Cock Teaser en We Want Blood. Het publiek genoot er ook zichtbaar van want vanaf de eerste noten ontstond er een moshpit die de hele set lang aanhield. Veel rust werd hen immers niet gegund want zelfs wanneer bassist Bart Nederhand aankondigt dat ze "even een ballad gaan spelen" is dat natuurlijk als grap bedoelt. PPS de snelste band van Nederland? Ik denk het wel.
Nadat we Sonata Arctica al hadden gehoord was er nog hoog bezoek uit Finland. Stratovarius is een band die volgend jaar 40 kaarsjes op hun verjaardagstaart zullen kunnen uitblazen en op die manier ouder zijn dan de meeste aanwezigen. Sommigen zullen hun sound en songs wat soft en braaf vinden maar het sierde de organisatie dat ze net als op het Grote Alcatraz festival ook hier een gevarieerd podium willen aanbieden. Voor de mensen die toch niet zouden weten wat Stratovarius juist doet omschreef frontman Timo het zelf het beste: “We are known to be a power metal band, so that’s exactly what we’re gonna play.” En voor liefhebbers van melodic hard rock/power metal is dit voer van de bovenste plank natuurlijk. Persoonlijk was mijn aandacht er na drie nummers vandoor richting de bar maar ik zag toch een goed gevulde hal die aandachtig de actie op het podium bleef volgen. Muzikaal moete je deze Finnen niets meer leren natuurlijk. De gitaarsolo waren zo scherp als een stanleymes. Toetsenist Jens overgoot alles met een lekkere keyboard sound, smeet er hier en daar zelfs een stukje klassieke muziek tussen, elke drumroffel zat perfect op zijn plaats en Timo had geen enkele moeite met zijn hoge noten. Technisch gezien niets op aan te merken maar muzikaal niet echt mijn ding.
Neen, dan ben ik toch eerder een fan van de gore death ‘n’ roll metal van het Britse Carcass, die trouwens de enige band waren vandaag die niet van het Europese vasteland kwamen. Carcass draaien ondertussen toch al bijna vier decennia mee en hebben een meer dan bewonderenswaardige legacy binnen de extreme metal. Hun plekje op de affiche was dan ook zeker niet gestolen. Ze trokken hun set meteen stevig op gang en ons mee in Kelly’s Meat Emporium, een track uit hun jongste (maar ondertussen toch al twee jaar oude) album Torn Arteries. En het geweld ging het volgende uur niet meer liggen. Frontman Jeff Walker deed dat tijdens het derde nummer wel bijna toen hij zich misstapte en zijn been tussen het podium en de frontspeakers schoot. Aan zijn tronie te zien had hij zich toch flink pijn gedaan. Maar toch onverstoord doorspelen. Professionalisme noemen ze dat. Er passeerden nog enkele nummers uit het jongste album, zoals bv The Scythe's Remorseless Swing maar ook een handvol oldies zoals een razend Ruptured in Purulence, Heartwork en Corporal Jigsore Quandary. Veel woorden werden er niet verspeeld aan bindteksten, buiten een sporadische ‘thank you’ of een ‘this next song is …’ maar we zagen wel een klasseband aan het werk. Oude rot gitarist Bill voelde zich duidelijk in zijn sas op het podium. En het Hell’s Balls publiek deed exact wat ervan verwacht werd, moshen en circlen.
Voor een allereerste editie van een nieuw (groot?) indoorfestival moet je natuurlijk een headliner met klasse en allure kunnen presenteren. Ik had voor vandaag geen betere naam kunnen bedenken dan Epica. De Nederlandse band mag misschien toch ook al de bijnaam ‘veteranen’ in hun omschrijving beginnen opnemen. Al dik twintig jaar draaien zij mee aan de top van de symphonic (death) metal. Geweldig om te zien hoe hun crew op een 30-tal minuten de toch al redelijk grootschalig geworden Epica podiumsetting wist op te stellen. Alleen de grote backdrop wilde maar niet meewerken blijkbaar. Dus werd er na minutenlang vergeefs proberen toch maar beslist om zonder van start te gaan. Na de intro Alpha-Anteludium barstten de tonen van Abyss of Time los. Even consternatie alom … want waar waren Mark? En Rob? Op de plek waar we Mark normaal gezien zien staan stond nu een Arabisch uitziend persoon gitaar te spelen en te grunten. En van een bassist was er al helemaal geen spoor … Na The Essence of Silence gaf Simone ons gelukkig wat meer tekst en uitleg. Mark stond op het punt om papa te worden (en is dat ondertussen ook geworden, van een dochter, Ilse) en Rob moest last-minute afhaken vanwege doodziek in zijn bed liggende te zijn. Marks stand-in voor deze concertreeks is Asim Searah, die we al kennen van zijn medewerking op The Alchemy Project en van bands als Wintersun en Damnation Plan. Alle respect voor Asim uiteraard maar ook door de ontbrekende Rob voelde dit toch wel een beetje als een onthoofde Epica show aan. Coen moest wat meer op de voorgrond treden en ook een deel van de grunts voor zijn rekening nemen waardoor er minder ruimte leek voor de gebruikelijke goofs tussen hem en Isaac of Simone. Muzikaal konden we echter allerminst klagen. Want naast de (soms wel very) usual suspects als The Essence … of Unchain Utopia stonden er ook een aantal songs op de setlist die we nog niet zo vaak gehoord hadden. Fools of Damnation (uit The Divine Conspiracy) bijvoorbeeld. En als je dan toch Asim Searah op het podium hebt staan MOET je wel The Miner spelen natuurlijk. Het drieluik waarmee Epica hun shows afsluit bestaat al een eeuwigheid uit Cry For The Moon, Beyond The Matrix en Consign to Oblivion. Die laatste is, excuus voor de detailkritiek, toch echt niet hetzelfde zonder Mark.
Indoor metalfestivals, we hebben er de voorbije jaren veel zien opkomen en vaak ook heel snel weer zien verdwijnen. Laten we hopen dat de Alcatraz folks met Hell’s Balls wel een duurzame traditie in gang hebben kunnen zetten. Afwachten wat dat de volgende jaren gaat geven!
Beluister onze Spotify GigView on tour playlist!